Allochtoon: in het buitenland geboren of met buitenlandse ouders

Autochtoon iemand die, net als zijn ouders, geboren is in het land waarin hij of zij woont

Cultuur: De totaliteit van leefwijzen die door een groep mensen is opgebouwd en van de ene generatie op het andere wordt doorgegeven.

F en G Cultuur: De F-cultuur is een cultuur met fijnmazige kenmerken en de G-cultuur een cultuur met grofmazige kenmerken.

Gewoontes: gebruikelijke wijze van doen

IdentiteitDe kenmerken en omstandigheden van een ding, persoon of groep die hetzelfde blijven gedurende een verandering of die een ding, persoon of groep van elkaar onderscheiden

Normen: Opvattingen die in een samenleving ten grondslag liggen aan de manier waarop men zich in gegeven situaties wel of juist niet moet gedragen

Rituelen: Reeks handelingen met een speciale betekenis

Rolgedrag: de rol die je aanneemt in een groep

Subcultuur: Cultuur van bijzondere groepen, met van de officiële lijn afwijkende normen en doelstellingen

Socialisatie: leerproces waarbij de mens de normen, gewoonten en dergelijke van een bepaalde groep overneemt.

Tegencultuur: Subcultuur in conflict met de globale cultuur

Tradities: gebruiken en gewoonten die van de ene generatie op de andere worden doorgegeven

Waarden: fundamentele, gemeenschappelijke ideeën van mensen over wat zij belangrijk vind